De echte prijs van wintergroente
In het kurkdroge Zuid-Spanje ligt het grootste kassengebied ter wereld. Hier komen de Nederlandse wintergroenten vandaan. Maar welke tol betaalt Almería?
Auteur: Lydia Heida
In de schappen van supermarkt, buurtwinkel of marktkraam voltrok zich de afgelopen weken een stille omslag. De tomaten, paprika’s en komkommers die er zo aantrekkelijk liggen uitgestald komen niet langer uit Holland, maar uit Spanje.
Of liever gezegd: Almería. Deze provincie in het oosten van Andalusië fungeert als de groenten- en fruitschuur van Europa.
In deze streek heerst zomer en winter de zon. Praktisch het hele jaar door kunnen er daardoor groenten en fruit worden gekweekt. Dat gebeurt in zogenoemde plastico’s, armoedig uitziende kassen overdekt met wapperend, vaalgrijs plastic. Hele valleien staan er vol mee.
Tegenwoordig tenminste. Op een luchtfoto van NASA uit 1974 lichten langs de kust van Almería nog maar een paar witte vlekjes op. Dertig jaar later zijn deze uitgebreid tot een inmiddels beruchte ‘oceaan van plastic’, 26.000 hectare in totaal. De teelt van de enorme hoeveelheid groenten en fruit hier vraagt een dito hoeveelheid water.
En dat terwijl in dit gebied nog geen 300 millimeter regen per jaar valt. Almería behoort tot het droogste deel van Europa, het enige semi-woestijngebied op het continent.
Kristalhelder
Lharami Aberrahman prijst zichzelf gelukkig. Hij beschikt over prima water om zijn kleine stukje land mee te irrigeren. “Het is kristalhelder en zoet.” Met gepaste trots laat Aberrahman zijn pomp zien, die het water oppompt vanaf een diepte van zestig meter.
Almería telt 14.000 telers. Net als Aberrahman zijn het bijna allemaal kleine familiebedrijven met een waterput van soms honderden meters diep. Want elk bedrijfje heeft een ongekende dorst. Per hectare ligt het jaarlijkse waterverbruik op zo’n 10.000 kubieke meter.
Ter vergelijking: in Nederland vraagt de kweek van tomaten, komkommers en paprika’s tussen de 9.000 en 12.000 kubieke meter (regen)water per hectare. Grondwater wordt in Nederland nauwelijks meer gebruikt.
In Almería heeft het honderden, zo niet duizenden jaren geduurd voordat de ondergrondse waterreservoirs gevuld raakten met het schaarse regen- en rivierwater dat door de bodem sijpelde. Nu lijkt het erop dat ze, dankzij de moderne pomp- en boortechnologie, in een paar decennia worden leeggepompt.
Zeewater
Volgens Erik Cammeraat, een fysische geograaf die al jaren onderzoek doet in Zuidoost Spanje, daalt het water in de ondergrondse reservoirs met vele meters per jaar. Hierdoor dringt op sommige plekken het zeewater langzaam de ondergrondse reservoirs binnen.
Ook Aberrahman weet dat andere telers wel een gat van tweehonderd meter diep moesten boren voor ze water aantroffen. Als ze pech hadden, was het zout en dus ongeschikt om het land mee te irrigeren.
Cammeraat signaleert verder dat in Zuidoost Spanje door het dalende grondwater natuurlijke bronnen opdrogen. “Planten die van een vochtige omgeving houden verdwijnen.”
Door verdroging verdwijnen planten en dat werkt verdere erosie in de hand van Almería, dat een halfwoestijn is.
En dat werkt verdere erosie in de hand van deze streek, die toch al niet rijk begroeid is. “Momenteel wordt meer dan de helft van Almería met verwoestijning bedreigd,” schat Cammeraat.
Daar zijn ze het bij het Ministerie van Landbouw in Andalusië niet mee eens. José Antonio Aliaga, hoogste ambtenaar op dit ministerie, ontkent sowieso dat het waterniveau in de ondergrondse reservoirs daalt. Laat staan dat er sprake is van andere problemen. “Almería heeft geen waterprobleem. Klinkt misschien vreemd, want het is halfwoestijn. Maar toch is het zo.”
Onderzoek
Cammeraat is verbaasd als hij deze uitspraak hoort: “Onzin, er zijn hier wel degelijk problemen. Veel onderzoek laat zien dat het water in de reservoirs snel daalt. Maar misschien willen politici en de mensen die er wonen dit niet weten.”
“De politiek beschermt de boeren,” stelt Carel Heringa, medewerker van het Nederlandse Bureau voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in Madrid.
Wat niet zo heel verwonderlijk is: de plastico’s zijn namelijk goed voor 70 procent van de economie in Almería. Ze brachten welvaart naar een gebied dat ooit zo arm was dat mensen elke kans aangrepen om het te ontvluchten. Almería raakte daardoor bijna ontvolkt.
De plastico’s brachten welvaart naar een gebied dat ooit zo arm was dat mensen elke kans aangrepen om het te ontvluchten.
Veel van de nu beroemde pueblos blancos – witte dorpjes, gebouwd ten tijde van de Moorse overheersing – stonden in de jaren zeventig, tachtig leeg.
Totdat Engelsen, Fransen, Nederlanders en Duitsers de huizen stuk voor stuk opkochten. Zij genoten hier van hun pensioen. Of bouwden een bestaan op als biologische tuinder of hotelier.
Nu zijn zij de meest milieubewuste bewoners van Almería. Als een van de weinigen protesteren zij tegen het volbouwen van het kustgebied met kassen.
Armoede
Maar er is ook begrip voor het belang van de kassen voor deze regio. “De bewoners hier stonden vroeger bekend als de gekken van Spanje,” vertelt Claudia Scholler, de Duitse eigenaresse van een tot logement verbouwd stationsgebouw. “De armoede moet verschrikkelijk zijn geweest.”
Niet zo raar dus dat de bewoners van Almería nu dol zijn op hun plastico’s. “Er is een grote industrie ontstaan. Niet alleen telers maken er deel van uit, ook groenten- en fruitdistributeurs, plasticfabrikanten, verzekeraars, vrachtwagenchauffeurs en tal van anderen leven ervan,” stelt Scholler.
“Almería is als een derde wereld land dat opeens over geld beschikt. Je ziet vaak dat milieuverwoestende activiteiten dan twee generaties voortduren, voordat de derde wakker wordt.”
Afvalwater
Met snerpende wielen draait José Antonio Pérez zijn jeep de parkeerplaats op van zijn bedrijf Cuatro Vegas. Hier wordt jaarlijks de helft van al het stedelijke afvalwater van Almería, de gelijknamige hoofdstad van de provincie, gereinigd. Goed voor 6 miljard liter water, waarvan ongeveer 1.200 telers gebruik maken.
Aan de muren van zijn kantoor hangen foto’s van alle overheidsvertegenwoordigers die bij hem langs zijn geweest voor een oriënterend bezoek. Half de wereld hangt daar, want dit project behoort tot de meest geavanceerde ter wereld.
Maar het laat ook zien dat, waar meer water in Almería beschikbaar komt, de kassenbouw zich rap uitbreidt. “Er waren praktisch geen kassen in dit gebied toen we in 1997 met het project begonnen,” vertelt Pérez. “Nu wordt 2.000 hectare geïrrigeerd met ons water.”
Waar meer water in Almería beschikbaar komt, breidt de kassenbouw zich in rap tempo uit.
En binnenkort komt nog veel meer water beschikbaar voor de tuinbouw. Drie grote installaties staan al langs de kust klaar om zeewater te ontzilten. Totale productiecapaciteit: 80 miljard liter water, meer dan dertien keer de hoeveelheid water die Cuatro Vegas produceert.
Momenteel worden deze installaties echter nauwelijks gebruikt: er is weinig vraag naar het dure ontzilte water. Het zelf opgepompte water is naar oud gebruik immers gratis.
Volgens een ruwe schatting van Emilio Custodio, onderzoeker bij het Spaanse Instituut voor Geologie en Mijnbouw, kunnen de telers nog tien jaar van de gratis ondergrondse waterreservoirs profiteren.
Dan is de laatste zoete waterdruppel weggepompt en heeft het zeewater ruim baan.
Hollands zaad, Spaanse groenten
Zo’n 175 miljoen kilo groenten en fruit vervoerden vrachtwagens vorig seizoen vanuit Almería naar Nederland. Afstand: circa 2.400 kilometer. Veel van de Spaanse groenten ontspringen trouwens uit Hollands zaad. Naast de grote drie – tomaat, komkommer en paprika – komt uit Almería ook veel courgette, aubergine, bonen en meloen naar Nederland.
Nederlandse importcijfers 2005 (In miljoenen kilo’s, deel groenten wordt verder verhandeld.)
Totaal Uit Spanje Uit Almería
Tomaat 220 180 20%
Komkommer 80 70 49%
Paprika 90 50 68%
Pesticiden
Virussen en plagen dringen gemakkelijk door tot planten omdat de plastico’s open zijn. Telers gebruiken daardoor zestien tot zesentwintig keer meer pesticiden dan in Nederland. “Spanje heeft een slechte reputatie als het gaat om residuen op groenten en fruit,” stelt Henk van der Schee, senior signaleringsmedewerker bij de Voedsel en Waren Autoriteit.
Telen vindt verder plaats in de volle grond waardoor bestrijdingsmiddelen alle kans hebben de bodem en het grondwater te vervuilen. De VWA heeft het afgelopen importseizoen bij Spaanse groenten- en fruitproducten overschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen vastgesteld. Het gaat onder meer om paprika’s, die te veel restanten van methiocarb en pyrimethanil bevatten. Zo’n tweederde van de Spaanse uitvoer komt uit Almería.
Sommige supermarkten, zoals Albert Heijn, stellen dat met hun producten niets mis is omdat ze voldoen aan Eurepgap-richtlijnen. Deze richtlijnen stellen eisen aan pesticidengebruik en veilig werken, maar alles wat over duurzame productie gaat (zoals waterverbruik) is alleen maar ‘aanbevelenswaardig’.
Publicatie: december 2006 in Terra.