Is 100% duurzame chocolade een haalbare kaart?
Chocolatemakers ontwikkelde een bean-to-bar concept dat duurzaamheid over de hele linie naar een hoger niveau tilt. Op de eerste plaats staat betaling van een echt eerlijke prijs aan telers voor biologische bonen. Daarbij komt onder meer CO2-neutraal vervoer van de bonen met een zeilschip, gebruik van groene energie om de chocoladerepen te maken en recyclebare verpakkingen. Toch lopen ook zij tegen obstakels aan die 100 procent duurzaamheid in de weg staan. De vraag is dus: hoe verder?
![chocola 3](https://terratechmedia.com/wp-content/uploads/2019/03/chocola-3.jpg)
Auteur: Lydia Heida
In 2011 waren Enver Loke en Rodney Nikkels, de oprichters van Chocolatemakers, nog aan het testen hoe ze zelf het beste cacaobonen konden branden in een klein oventje. Momenteel produceren ze met een heel team wel zeventien verschillende soorten chocolade — van de Gorillabar tot de Tres Hombres chocozeiltjes, op bijna geheel duurzame wijze. Er is een volledig nieuwe lichting chocolademakers opgestaan die helemaal klaar is met alle misstanden in de cacao-industrie.
Een korte schets:
- Sinds 1960 is de wereldwijde cacaoproductie verviervoudigd, waardoor ruim 90 procent van het oerbos in West-Afrika verdween, tezamen met alle dieren die hier thuishoren.
- In Ivoorkust verdient een cacaoboer gemiddeld 67 eurocent per dag, wat neerkomt op een leven in extreme armoede. Kinderarbeid in de cacaoteelt nam in dat land, de grootste cacaoproducent ter wereld, in de laatste tien jaar met 50 procent toe.
- Ondertussen maken de grote jongens in deze industrie, zoals Barry Callebaut, Cargill en Mars, elk jaar meer winst. In de jaren zeventig ging 50 procent van de waarde van een chocoladereep nog naar de teler, maar dat verdampte in een paar decennia tot 6 procent.
‘Toen we begonnen met het zelf maken van chocolade, bestond in Amerika al een tijdje een bean-to-bar beweging. Daar was in Nederland nog weinig over bekend’, vertelt Loke, die samen met Nikkels tropische landbouwkunde aan de Wageningse universiteit studeerde.
Die bean-to-bar aanpak wil zeggen dat alle stappen in het proces van chocolade maken in eigen hand worden gehouden. Er is dus geen sprake van tussenhandel of de outsourcing van productie naar een andere fabrikant, wat het mogelijk maakt om alles zo duurzaam mogelijk te doen.
Cacaobonen worden in dit model weer in ere hersteld als waardevolle grondstof. Neem de repen van Chocolatemakers: iedere reep is gemaakt van een andere cacaosoort. “Single origin” heet dat in vaktermen.
Criollo komt bijvoorbeeld uit Peru, en stamt rechtstreeks af van de oorspronkelijke cacaoboon. Het smaakprofiel van de reep, de Awajún, kent een krachtige cacaosmaak met een subtiele hint van rood fruit en een notige nasmaak. ‘Net als bij druiven is de smaak afhankelijk van wat de boer doet en op wat voor grond hij zit’, legt Loke uit.
Woudreuzen
De cacaoteler is degene die aan de basis van al dit bijzonders staat en verdient het dus om goed betaald te worden. Chocolatemakers haalt hun befaamde Criollo uit Peru, waar de bonen worden ingekocht bij de coöperatie Norandino, waar de Awajún-indianen deel van uitmaken.
Loke: ‘Zij beheren enorme bosconcessies in het tropisch regenwoud. Houtkap levert het meeste op, maar dat kap je één keer en dan is het op. Voor duurzaam houtbeheer is geen geld. Dus is er een andere manier nodig om meer waarde uit het land te halen. Dat kan door de teelt van cacao.’
Cacao is van nature een schaduwplant die graag onder woudreuzen groeit. Een bosteeltsysteem past hier goed bij. Daarin kun je fruitbomen laten groeien, om de vruchten meteen te eten of op de lokale markt te verkopen. Cacao is de ‘cash crop’, dat geld oplevert voor een wat hogere levensstandaard. Daarnaast is er nog ruimte om knolgewassen en andere groenten te telen, waar kippen rondscharrelen. ‘Als de bodem niet kaal komt, spoelen er weinig nutriënten uit en blijft de bodemvruchtbaarheid in stand’, aldus Loke.
Andere voordelen zijn dat biologische teelt geen schade toebrengt aan het ecosysteem, zoals de insecten die er in rondvliegen. Ook komen de boer en zijn familie niet in contact met gevaarlijke pesticiden.
Loke vervolgt: ‘Cacao is een langjarig gewas, het kan wel vijftig jaar blijven staan. Dat is een heel verschil met andere voedselgewassen, zoals maïs en graan. Een bosteeltsysteem is wel wat complexer en moet met kennis beheerd worden, maar als dat goed wordt gedaan, biedt het de lokale bevolking de beste mogelijkheid op voedsel en een inkomen.’
Berggorilla’s
In Congo ligt de lat nog hoger: het gaat hier niet alleen om behoud van het regenwoud, maar ook om het voortbestaan van de laatste berggorilla’s ter wereld die in het Virunga National Park leven.
Aan de rand van dit gebied wordt nu cacao geteeld door de lokale bevolking, als alternatief voor onder meer de jacht op gorilla’s. ‘De bedreiging van dit natuurgebied kent vele vormen’, vertelt Loke. ‘De meest extreme vorm is het stropen van gorilla’s. Minstens net zo’n grote bedreiging is dat het gebied steeds kleiner wordt door houtkap en landbouw.’ Ook hier moet cacaoteelt in een bossysteem verdere aantasting van de natuur voorkomen. (…)
Lees het hele artikel hier (gepubliceerd met een andere titel):
Kleine spelers tonen weg naar duurzame chocolade. Wanneer volgen grote spelers en consument?
Publicatie: 3 maart 2019 in MO* (Mondiaal Nieuws).